“Nieuwsgierigheid naar de patiënt is nodig om verbinding te kunnen maken. En ik denk dat die verbinding nodig is om goede zorg aan de patiënt te kunnen geven. Door nieuwsgierig te zijn verandert de anonieme patiënt in een persoon waar je compassie voor kan hebben.
Die nieuwsgierigheid en mede daardoor verbinding levert veel op voor patiënt en dokter.
Voor de patiënt is het natuurlijk prettig als hij zich gehoord voelt. Daarnaast is de anamnese completer, waardoor een diagnose beter gesteld kan worden. En als laatste kan het beleid beter op de patiënt worden afgestemd, waardoor dit beter wordt opgevolgd.
Voor de dokter leidt de nieuwsgierigheid mogelijk tot iets minder onzekerheid bij het stellen van de diagnose. Maar wat de nieuwsgierigheid en verbinding mij als huisarts met name oplevert zijn prachtige en boeiende verhalen van patiënten, waardoor ik geraakt word. En daaraan heb ik mooie en bijzondere herinneringen.
Verbinding maken
Iemand komt met een simpel wratje op zijn arm. Dan blijkt dat hij bang is voor een melanoom omdat iemand in de familie dat heeft gehad. Dan kan je opeens een gesprek daarover krijgen, waardoor het contact anders wordt. Verbinding ontstaat dan in het moment, mede omdat de patiënt de vrijheid voelt om wat te zeggen. Ik word vaak geraakt door hoe mensen omgaan met ziekte, verlies- ervaringen en/of hun beperkingen. Soms merken patiënten dat.Dat vond ik 17 jaar geleden toen ik begon als huisarts vreselijk en niet professioneel. Ik was er toen goed in om niet te laten zien en merken dat ik geraakt was. De laatste jaren heb ik gemerkt en geleerd dat het vrijwel nooit erg is als je laat merken dat iets je raakt en dat geeft vaak meer verbinding met de patiënt en meer rust bij mij zelf.
In deze periode in de coronatijd is het moeilijker om met patiënten contact te maken. Er zijn minder fysieke spreekuren, en veel wordt telefonisch behandeld. Telefonisch contact is lastig omdat je de verbinding met de patiënt dan minder hebt en minder voelt. Zeker met patiënten die je niet zo goed kent. Je bent meer aan het zoeken: wat zegt de patiënt nou eigenlijk? Hoe kan ik toch laten merken dat ik de patiënt hoor. Ik mis het oogcontact en de non- verbale signalen.